Oktober, 2023

Interview met Bette Westera & Sylvia Weve

Bette Westera en Sylvia Weve. Als zij samen een boek maken, dan weet je dat het bijzonder en origineel wordt. Emoties staan altijd centraal, waarbij ze moeilijke onderwerpen niet uit de weg gaan. Bettes dichtkunst ontroert, maar laat je ook lachen en Sylvia’s expressieve stijl van illustreren herken je uit duizenden. Niet voor niets heeft ze de Max Velthuijs-prijs op haar naam staan, een prijs voor haar gehele oeuvre.

Het gouden duo viel meerdere malen in de prijzen. Ik leer je liedjes van verlangen, en aan je apenstaartje hangen werd bekroond met een Zilveren Griffel en een Gouden Poëziemedaille, Doodgewoon ontving de Woutertje Pieterse Prijs, de Gouden Griffel en Gouden Poëziemedaille. Was de aarde vroeger plat? is goed voor de Zilveren Griffel en Gouden Poëziemedaille en Uit elkaar werd bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs, de Gouden Griffel, de Zilveren Penseel en de Boekenleeuw. Dat de boeken van het veelbekroonde duo juweeltjes zijn, is mede te danken aan Bockting Design, dat veel van hun boeken prachtig heeft vormgegeven. Dit geldt ook voor het onlangs verschenen Zo voelt dat.

Waar halen jullie je inspiratie voor het schrijven en illustreren vandaan?

Bette: Overal en nergens. Uit films, boeken, wandelingen, gedachtespinsels, opdrachten van uitgevers, gesprekken met vrienden, brainstormsessies, mooie zinnen die ik tegenkom, alles is mogelijk.
Ik wacht niet op inspiratie, als ik dat zou doen gebeurde er nooit iets. Ik ga aan het werk en als iets even niet zo goed lukt, leg ik het weg en ga door met iets anders. Deadlines zijn prettig, ze houden me bezig. Soms trek ik helemaal mijn eigen plan, soms werk ik aan opdrachten of vertalingen. Ik vertaal veel prentenboeken die op rijm en in een strak metrum zijn geschreven. Het verhaal is er al, ik zet mijn creativiteit en mijn vakmanschap in om er in het Nederlands een verhaal van te maken dat de geest van de oorspronkelijke tekst ademt. De ambachtelijke kant van mijn werk, fijn om te doen.

Sylvia: Uit de teksten waarbij ik ga tekenen. Wat en hoe ik ga tekenen staat in het begin niet vast. Gewoon beginnen en dan vormt zich een idee. Ik voel me niet verplicht me aan de letterlijke tekst te houden maar voeg graag mijn verhaal toe aan dat van Bette. Een nieuwe stijl proberen of met nieuwe materialen werken is ook een bron van inspiratie. En zoals Bette al zei kun je niet gaan zitten wachten op inspiratie. Gewoon beginnen dus en putten uit al wat je zag, hoorde, voelde.

Hoe is jullie nieuwste boek 'Zo voelt dat' ontstaan?

Bette: Sylvia en ik zochten een nieuw onderwerp en kwamen uit bij emoties. Maar dan anders dan in Doodgewoon en Uit elkaar. Het duurde even voor ik op het idee kwam om de dagelijkse dingen een stem te geven: Hoe voelt een afgedankte jas zich? En een ingezakte taart? Hoe is het om de grootste eikel van het bos te zijn? Vinden appels het erg om te worden opgegeten? Ik probeerde wat, stuurde het resultaat naar Sylvia en kreeg meteen een enthousiaste reactie. Dat stimuleerde mij enorm, en een paar maanden later waren er 40 gedichten.

Sylvia: Mijn vingers gingen meteen jeuken om tekeningen te maken bij de rijke, ontroerende en humorvolle gedichten van Bette. De hoofdpersonen in dit boek zijn geen mensen maar voornamelijk voorwerpen. Een leunstoel bijvoorbeeld. Een traphekje, een lantaarnpaal of een standbeeld. Ze kunnen het niet helpen, maar er zit weinig beweging in ze. Om toch levendige Illustraties te maken heb ik dit boek niet getekend maar geschilderd. Spannend, maar het is altijd fijn om iets nieuws te proberen.

Wat maakt dit boek zo bijzonder?

Bette: Ik blijf de synergie tussen Sylvia en mij heel bijzonder vinden. We houden allebei van galgenhumor, we schuwen de scherpe randjes niet, elk onderwerp kan en mag. Sylvia’s illustraties zijn soms groots en meeslepend, soms ontroerend en altijd spitsvondig. Ze zitten vol grapjes. Ze tillen mijn gedichten naar een hoger plan.

Sylvia: Het onderwerp van dit boek. Het gaat over je kunnen inleven in iets (of iemand) anders. Dat is best een belangrijk thema. Want het is fijn als je anderen kunt begrijpen. Ik zeg wel eens sorry tegen een voorwerp. Tegen de ijskast, als ik zijn deur per ongeluk te hard dicht sla. Of tegen mijn bril als ik er, natuurlijk ook per ongeluk, op ben gaan zitten. Ik ben vast niet de enige die dat doet.

Waarom hebben jullie voor dit vak gekozen?

Bette: Ik heb als kind altijd juf willen worden, maar toen ik eenmaal de opleiding volgde, ontdekte ik al snel dat ik in het onderwijs zelf niet zou gedijen. Ik kreeg te maken met allerlei stellige overtuigingen over wat wel en niet goed is voor kinderen, voelde te weinig speelruimte, kon mijn creativiteit niet kwijt. Via wat omwegen kwam ik bij het schrijven terecht. Daarbinnen lukte dat wel.

Sylvia: Net als ieder kind ben ik gaan tekenen toen ik een jaar of 2 was. Veel kinderen houden er op een gegeven moment mee op. Waarom weet ik niet precies, maar ik denk omdat ze zelf vinden dat ze het niet goed kunnen. Of omdat de juf of meester dat vindt. Dat zou best weleens onzin kunnen zijn want het ligt er maar net aan wat iemand met ‘een goede tekening’ bedoelt.

Ik ben er gewoon altijd mee doorgegaan. Omdat ik het zo leuk vond. Ook al zei mijn juf dat ik er niet erg goed in was. Van mijn ouders mocht ik op tekenles in plaats van op sport. Die begrepen mij. Toen ik 10 jaar was heb ik mijn eerste boekje geïllustreerd. Mijn zusje had het geschreven. Toen al wist ik dat ik illustrator wilde worden. En dat is gelukt!

Wat zien jullie graag nog gebeuren?

Bette: Van veel van mijn gedichten zijn liedjes gemaakt. Nu de tijd van de cd’s achter in een boek voorbij is, zoek ik een nieuwe vorm om die liedjes bij de mensen te krijgen. De muziek geeft het gedicht een extra dimensie, het voegt er iets aan toe, net als een illustratie. Ik zou ook nog weleens iets heel anders willen doen dan ik gewend ben. Andere stijl, ander concept, andere bron van inspiratie. Iets gaan doen dat raakt aan het schrijven, maar dat helemaal nieuw voor me is. Zoals ik tien jaar geleden opeens besloot Noors te gaan studeren.

Sylvia: Ik wil nog heel lang blijven illustreren. Het is een soort puzzelen: met lijnen, vlakken en kleuren een compositie maken. Ik zou ook graag willen ontdekken of ik ook een boek kan schrijven. Met woorden en zinnen een compositie maken.