September, 2022
Interview met Geert-Jan Roebers en Pieter Fannes
Geert-Jan Roebers (1961) is bioloog en schrijver. Voor Gottmer schreef hij Briljante planten, De grondel & de garnaal, Ben niet bang voor de wilde dieren en Zij de cobra? Wij de adder! Nu heeft hij Soortenschat gemaakt. Maar dat was hem nooit gelukt zonder de Vlaamse illustrator Pieter Fannes (1982). Pieter maakt niet alleen illustraties voor boeken maar werkt ook vaak samen met muzikanten. Zo tekent hij live op scène met het Filharmonisch Orkest van Luik in een reeks kindervoorstellingen over de vier elementen.
Waar halen jullie je inspiratie voor het schrijven en illustreren vandaan?
Geert-Jan: Uit de natuur. Die zit vol verhalen, gekker en mooier dan je zelf zou kunnen verzinnen. Maar om dat allemaal zelf te ontdekken is geen doen. Gelukkig zijn er boeken waarin die verhalen zijn opgeschreven. En waarin je planten en dieren op je gemak kunt bekijken. Die boeken helpen je vervolgens om meer in de natuur te zien.
Pieter: Op dit moment ben ik bezig met een project rond lucht en dan zit ik uren naar de wolken te kijken. Als ik in de klas zat, zou ik uit het raam kunnen staren en eerlijk aan de leerkracht vertellen dat ik aan het werk ben 😉. Ik vind het ook heerlijk om me in te leven in de stokpaardjes van mijn kinderen: dino’s voor Mingus (7) en treinen voor Astor (3). Dan ontdek ik weer heel nieuwe dingen in de wereld.
Hoe ging dat bij 'Soortenschat'?
Geert-Jan: Ik weet nog dat ik als kind weinig planten en dieren bij naam kende. In de natuur was het alsof ik een taal hoorde waar ik geen woord van begreep. Mijn vader leerde me een paar tuinvogels. Ik merkte hoe snel ik me daarna in de natuur thuis voelde. Ik had het gevoel dat ik nu de belangrijkste woorden uit die taal kon verstaan. Toen ik ook wat planten leerde, ging ik nog veel meer van de natuur genieten. Want planten zie je altijd en overal. Het is dan of je overal bekenden tegenkomt. Ook ontdekte ik dat je ze met geheugensteuntjes veel makkelijker onthoudt. Tien jaar geleden kreeg ik het idee om een boek te maken om kinderen te helpen de belangrijkste soorten te herkennen. Zodat ze hetzelfde zouden meemaken als ik: het leuke gevoel dat je je thuis voelt in de natuur. Een boek met duidelijke én met grappige tekeningen, omdat je het dan pas goed kunt onthouden. Dankzij Pieter is dat boek er nu echt gekomen. Ik ben er super-blij mee!
Pieter: Voor Soortenschat waren we op zoek naar een stijl die vrolijk was maar toch dicht bij de realiteit bleef. Het is namelijk de bedoeling dat je dankzij de tekening de planten en dieren kan herkennen en dat lukt alleen als de details juist zijn. Voor mij was het even aanpassen, want meestal teken ik heel spontaan. Maar ik vond het heerlijk om te doen. De natuur is van zichzelf al zo mooi, het is niet nodig om daar een virtuoze tekenstijl bovenop te leggen. Wel vond ik het belangrijk om elke soort een eigen karakter te geven. Dan beeldde ik me in dat ze meededen als personage in een toneelstuk. Hoe kan ik het wat norse maar oplettende karakter van de reiger naar boven brengen? Hoe kan ik tonen dat de kikker levendig is en de pad sloom? Dat was een grote maar leuke uitdaging.
Wat maakt het boek zo bijzonder?
Geert-Jan: Er zijn al heel veel boeken om soorten in de natuur te herkennen. Bomenboeken, vogelgidsen, flora’s. Die neem je mee naar buiten en dan moet je bladeren, kijken en vergelijken. Soortenschat is een heel ander soort boek. Het is niet om mee naar buiten te nemen. Daar is het ook veel te mooi voor. Het is bedoeld om de soorten in je hoofd te krijgen. Zo heb je je hoofd, ogen en oren vrij. Je leert de soorten ook echt kennen en onthouden. Het zijn de soorten die je het meest ziet. Je zult het al heel snel merken: hoe meer je er kent, hoe leuker het wordt.
Pieter: Geert-Jan weet niet alleen veel over natuur maar hij heeft ook echte tekenaarsogen. Hij haalt er net dié details uit die maken dat je een soort vlot herkent en onthoudt. Bovendien kan hij het ook nog eens grappig beschrijven. Dat is echt een leuke combinatie. Voor ik aan dit boek begon was ik zelf geen expert, maar nu hoef ik maar mijn straat uit te wandelen om een hoop planten en soms ook dieren te herkennen. Mijn kinderen ook, want die hebben het hele boek samen met mij zien ontstaan. Ik hoop dat die soortenkennis ons kan aanzetten om zorgzamer te zijn voor de natuurpracht rond ons.
Waarom hebben jullie voor dit vak gekozen?
Geert-Jan: Toen ik biologie ging studeren, dacht ik dat ik natuuronderzoeker zou worden. Liefst in het tropisch regenwoud, dat leek me fantastisch. Maar toen ik halverwege mijn studie was, merkte ik dat ik het veel leuker vond om over de natuur te vertellen. Toen ik eenmaal bioloog was, kreeg ik een baan bij het Wereld Natuur Fonds. Daar ging ik onder andere het jeugdtijdschrift maken. Ik merkte dat ik schrijven over de natuur voor kinderen erg leuk vond. Later ging ik bij school-tv werken, maar ook daar vond ik het schrijven voor het blad leuker dan tv.
Pieter: Ik heb heel wat verschillende dingen gedaan. Zo heb ik geschiedenis gestudeerd en heb ik een lang en nogal moeilijk doctoraat geschreven over creativiteit in de school. Ik ben stadsgids in Brussel en begon er een actiegroep die veilige straten vraagt voor fietsers en wandelaars. Maar toch is er niets mooier dan ’s ochtends aan een bureau te gaan zitten met een wit blad papier, omringd door allerlei potjes verf en de geur van Chinese inkt, en te verdwijnen in wat je handen doen. En dan ’s avonds terug te kijken op je werk en te zeggen: “Hé, ik heb iets gemaakt. De wereld ziet er een beetje anders uit dan vanochtend.”
Wat wilden jullie vroeger als kind worden?
Geert-Jan: Ik vond het heelal het grootste wonder. Daar wilde ik alles over weten, dus wilde ik sterrenkundige worden. Later op de middelbare school ontdekte ik een nog groter wonder: het leven. Dus toen ging ik biologie studeren.
Pieter: Van jongs af was ik aan het tekenen met mijn grootvader, dus tekenaar worden was altijd een van mijn dromen. Er is een periode geweest dat ik graag uitvinder wilde worden, en als tiener muzikant, maar uiteindelijk ben ik toch op mijn eerste liefde uitgekomen.
Wat zijn jullie plannen voor de nabije toekomst?
Geert-Jan: Dat weet ik nog niet, maar het zal vast een boek zijn over de natuur. En dan een boek dat ik zelf als kind had willen hebben en dat er nog steeds niet is.
Pieter: Ik ben bezig met een verhaal rond lucht en wolken dat ik live ga tekenen met een orkest. Daarnaast werk ik aan een project rond Iraanse kinderverhalen met mijn goede vriendin Farnoosh. Maar ik hoop ook zo snel mogelijk terug iets met dieren en planten te doen, want de natuurmicrobe heeft me te pakken.