Februari, 2023
Interview met Erik van Os, Elle van Lieshout & Thé Tjong-Khing
Schrijversechtpaar Erik van Os (1963) & Elle van Lieshout (1963) schrijven sinds 1990 samen (kinder-)boeken, liedjes, versjes en leesmethodes. Bij Gottmer kennen we het duo van Wessel van Texel, Hé, beestjes! – in de tuin, een bijdrage aan De mooiste verhalen uit de klassieke muziek, Dat boek met die bananen en – hun meest recente werk – Twee schatjes van ratjes.
Dat laatste boek maakten ze met veelbekroond topillustrator Thé Tjong-Khing (1933). Hij won onder meer driemaal het Gouden Penseel, een Zilveren Penseel, ontving de Woutertje Pieterse Prijs én de Max Velthuijsprijs voor zijn hele oeuvre. En dan schrijft Thé ook nog eens verhalen. Klassieke sprookjes hervertellen, zodat ze passen bij de tijd van nu, gaat hem glansrijk af, getuige de verschenen boeken bij Gottmer.
Waar halen jullie je inspiratie voor het schrijven en illustreren vandaan?
Erik & Elle: Onze taalvoelsprieten en onze beschouwerszintuigen staan altijd op scherp. Absurde en mooie dingen die we horen en zien, flarden van gesprekken, grappige én minder leuke dingen die we meemaken, daarmee maken we het begin van een verhaal, versje of liedje. We werken ook vaak in opdracht. Als we schrijven voor groep 3 moeten we ons aan een zeer beperkt aantal letters houden. Dan ga je vanzelf op zoek naar woorden die je met 3 of 4 letters kunt maken. Dan schrijf dus niet over een giraf, laat staan over een Tyrannosaurus Rex, tenzij je die dino Kees van Dijk noemt. Dan kan het weer wel.
Khing: Ik haal mijn inspiratie overal vandaan. Voornamelijk, als het goed is, natuurlijk uit het verhaal. Meestal zie ik bij het lezen meteen beelden. Dat probeer ik op papier te krijgen. En meestal ziet het eindproduct er heel anders uit. Want al schetsend krijg ik allerlei andere ideeën. Maar eigenlijk haal ik mijn inspiratie overal vandaan, van films, van museum bezoeken, ook van alles wat ik meemaak of zie. Als ik met iemand praat, zie ik bijvoorbeeld dat iemand veel fronst. Dat herinner ik mij als ik iemand moet tekenen waar dat fronsen bij past. Of iemand staat op een bepaalde manier terwijl hij in de rij staat voor de kassa. Grote kans dat hij in een illustratie verschijnt.
Hoe ging dat bij 'Twee schatjes van ratjes'?
Erik & Elle: We werden door de uitgever (Marieke Spaans) gevraagd om een boek uit het Engels te vertalen dat over een kat en een rat ging. Dat was erg grappig in het Engels, maar totaal onvertaalbaar naar het Nederlands. Niet alleen qua taal en taalgrapjes, maar ook omdat de Nederlandse tekst bij de illustraties moest passen. Hierdoor kwamen we wel zelf op het idee om een rat een hoofdrol te laten spelen in een prentenboek. Wat vast ook meespeelde is dat de ratten in onze moestuin al onze tulpen en meer dan 95 appels aangevreten hadden. Een rat is niet voor de hand liggend voor een prentenboek, want ratten zijn niet bepaald knuffeldieren. Maar wij brachten Knoop en Knaas tot leven, twee ondeugende maar schattige ratjes met een Tante Dominante die de rol van een échte rat toebedeeld kreeg.
Khing: Twee schatjes van ratjes speelt zich af op één lokatie. Dan moet je het dus hebben van de figuren. Het komt aan op het acteren, hoe ze kijken, hoe ze gebaren, etc. Dat vind ik eigenlijk het leukste van illustreren. Vooral gemene figuren zijn leuk om te tekenen, dus ik had veel plezier met vooral de gemene tante. Als contrast heeft ze naaldhakken, een feestelijk jurkje met strookjes en mouwen van tule. En een parelketting. Dat suggereert deftig en aardig. Het kippengaas heeft me wel wat koppijn bezorgd.
Wat maakt het boek zo bijzonder?
Erik: Wij vonden het bijzonder dat Khing dit boek meteen wilde tekenen. Ik ontmoette hem ruim 40 jaar geleden in de bieb toen ik studeerde om kleuterleider te worden. Hij kwam daar vertellen over zijn werk en daar was ik erg van onder de indruk. En we hebben veel gelachen bij het schrijven. Dat maakt voor ons een boek altijd bijzonder.
Khing: Het verhaal is nogal fout, en dat is juist het leuke van het boek.
Waarom hebben jullie voor dit vak gekozen?
Erik: We zijn erin gerold. Ik werkte als kleuterleider en iemand van uitgeverij Zwijsen kwam in mijn klas om een nieuwe methode voor kleuters uit te proberen. Hij hoorde mij zelfgemaakte liedjes en versjes zingen en voordragen, en vroeg of ik niet eens langs wilde komen bij de uitgeverij. Elle streepte overigens bijna alle grappen uit mijn verhaaltjes waardoor ze veel beter werden.
Elle: En ik heb vanaf mijn zesde jaar altijd veel geschreven maar het kwam nooit bij me op om iets uit te geven. Al hoopte ik wel te promoveren als pedagoog en ooit eens een boek te schrijven over ethiek en opvoeden. Toen leerde ik Erik kennen en diezelfde uitgeverij, die me vroeg om een kinderboek te schrijven. We hebben heel veel geluk gehad. (En vooruit, ook hard gewerkt.)
Khing: Ik deed als kind al niks anders dan tekenen. Het was dus eigenlijk geen vraag wat ik later wilde worden.
Wat wilden jullie vroeger als kind worden?
Elle: bomendokter, kunstenaar of non (maar dan zonder die stomme kleren).
Erik: voetballer of missionaris.
Wat zien jullie graag in de toekomst gebeuren?
Erik & Elle: Doorgaan met mooie dingen maken, en doen en zien en horen. En onze eerste neiging is eigenlijk om te zeggen: wereldvrede!
Khing: Zou leuk zijn als ik nog vele verhalen mag illustreren, liefst met valse personages, haha.