April, 2024
Interview met David Vlietstra en Yoko Heiligers
‘Kinderboeken gaan ook vaak over bijdehante, stoere hoofdpersonen. En terecht. Dat is leuk om over te lezen. Maar voor sommige kinderen is het fijn om ook af en toe eens te lezen over een kind als Sjakie Stevens. Een stille jongen, die juist wordt beloond omdat hij als enige kind úít de problemen weet te blijven in de chocoladefabriek.’
Samen maakten David en Yoko het boek De lijst van Violet Sopjes, een aandoenlijk en origineel verhaal over een introvert maar heel erg eigenzinnig meisje dat je direct in je hart sluit. In dit interview maken we kennis met deze twee makers en vragen we ze naar het ontstaan van hun nieuwe jeugdboek – een bijzonder en grappig verhaal over een meisje dat de dingen net een beetje anders doet dan normaal.
David Vlietstra groeide op in Franeker en verhuisde op zijn achttiende naar Groningen om daar sociale psychologie te studeren. Daarna volgde hij een studie aan de Pedagogische Academie, waarna hij leerkracht in het basisonderwijs werd. Drie dagen per week staat hij nu voor de klas, in groep 4. Omdat zijn leerlingen in de eerste jaren alleen juffen hebben gehad, wordt hij elke dag ongeveer zeventien keer per ongeluk met ‘juf’ aangesproken. Daarom debuteerde hij in 2015 met een boek over een stoere meester die lesgeeft aan een kleutergroep.
Yoko Heiligers volgde de opleiding tot illustrator aan kunstacademie ArtEZ te Zwolle. Ze illustreert voor diverse opdrachtgevers zoals Het PAROOL, NS en de Leeuwarder Courant. Ook bedenkt, schrijft en illustreert ze haar eigen prentenboeken, waarvan er een aantal internationaal vertaald zijn. Voor Gottmer illustreerde zij eerder het prentenboek Scheten uit de schoorsteen van Marc ter Horst.
Wat inspireerde jullie bij het schrijven/illustreren van De lijst van Violet Sopjes?
David: Ik had jaren geleden een meisje in de klas dat met iedereen uit haar groep een keer wilde gaan spelen. Dat vond ik zo’n leuk en sympathiek idee! Dat is me altijd bijgebleven. Ze heeft het ook echt gedaan.
Yoko: Het verhaal zelf was natuurlijk de grootste inspiratiebron. Toen ik het voor de eerste keer las zag ik een beetje de omgeving van mijn eigen jeugd voor me; ik ben opgegroeid in Groningen en Friesland en vooral het kleine Friese dorp waar we hebben gewoond werd ineens een inspiratiebron. Ook al ben ik daar al jaren niet meer in het echt geweest, het was leuk om er via dit boek in mijn herinnering weer een beetje te zijn!
Hoe is het verhaal ontstaan?
David: Het uitgangspunt was een soort verhalenbundel van opmerkelijke speelafspraakjes. Daarbij vind ik het altijd leuk om dingen die net niet in het echt zouden kunnen op een manier op te schrijven dat je denkt: o ja, als je het zó brengt, dan klinkt het nog wel aannemelijk. Dus geen vliegende auto’s of pratende bomen, maar bijvoorbeeld een oude opa die zich kwalificeert voor de Olympische Spelen op een onderdeel dat door bijna niemand beoefend wordt. Uiteindelijk is het veel meer geworden dan een verzameling speelafspraakjes. En dat komt dan vooral doordat Violet voor mij echt begon te leven, met haar eigen ideeën, angsten en gekkigheden.
Yoko: Halverwege vorig jaar werd ik gevraagd of ik voor een nieuw fictieboek voor kinderen vanaf 9/10 jaar van David de illustraties wilde maken. Ik had nog niet eerder een dergelijk boek geïllustreerd dus dat wilde ik graag eens proberen. Bovendien is mijn dochter 9 dus daardoor vond ik het extra leuk. Toen ik het verhaal begon te lezen werd ik gelijk enthousiast. Het hoofdpersonage Violet vond ik bijzonder en ik werd echt verrast door de humor en de wending die het verhaal op een gegeven moment neemt. Eerst heb ik de cover gemaakt (geïnspireerd op de voorkant van een schrift) en een sfeerbeeld, voor in de aanbiedingsfolder. Dat sfeerbeeld is nu verderop in het boek te zien. Voor het binnenwerk was plek gereserveerd voor ongeveer 20 illustraties. Ik ben toen eerst verdergegaan met het ontwerpen van de voorkanten van de schriften van Violet. David had zelf een paar dieren bedacht voor op de voorkanten van die schriften, maar hij zei dat ik vooral m’n fantasie los moest laten op die schriften, dat was erg leuk: ik ben gewoon op gevoel dieren gaan tekenen en uiteindelijk zijn het patronen geworden van 5 verschillende dieren die ik in elkaar gepuzzeld heb. Daarna waren de overige illustraties aan de beurt.
Kunnen jullie iets vertellen over het creatieve proces? Hoe gaan jullie te werk? Maken jullie gebruik van persoonlijke ervaringen of observaties?
David: Over het algemeen schrijf ik redelijk ‘organisch’. Zo heet dat geloof ik, als je gewoon maar begint te schrijven zonder dat je al precies weet hoe het zal aflopen. Tijdens het schrijven krijg ik dan ideeën over het verloop van de rest van het verhaal. Bij dit boek vielen aan het einde van het proces alle puzzelstukjes mooi in elkaar, met hier en daar een kleine wijziging in het eerste deel van het verhaal.
Yoko: Ik wist al dat er dus 20 illustraties moesten komen, verdeeld over het verhaal. En dat ik gebruik kon maken van 1 steunkleur: we kozen groen. Ik heb toen de scenes uitgekozen die me zowel interessant leken om te maken als interessant voor de lezer om te bekijken. Eigenlijk zijn de illustraties verder best intuïtief ontstaan. En misschien omdat ik dus die Noordelijke omgeving uit mijn jeugd in mijn hoofd had, is Violet denk ik ook een beetje op mij als kind gaan lijken, qua kapsel in elk geval! Ik heb voor de zekerheid nog gecheckt bij David of hij Violet op een bepaalde manier voor zich zag (want als hij dacht dat ze een bos rode krullen zou hebben, zou dat wel een heel groot verschil zijn haha), maar hij dacht dat ze er waarschijnlijk niet zo opvallend uit zou zien, met een beetje donker middellang haar. De uitgever zag haar ook zo voor zich. Zo moest ze dus zijn. En ik heb haar dus een pony gegeven!
Welke specifieke scènes uit het boek zijn jullie favoriet?
David: Violet is een beetje quirky, ze heeft soms gekke ingevingen. Zo heeft ze bijvoorbeeld een voorliefde voor verzamelingen en mensen die een interessante verzameling hebben. Ook ziet ze schoonheid in dingen die andere kinderen over het hoofd zien. De gedeeltes die daarover gaan vond ik erg leuk om te verzinnen. De scène waarin Violet een plannetje bedenkt om de moeder van een klasgenoot een bepaald woord te laten zeggen is mijn favoriet. Ze is de enige in het dorp die inziet hoe grappig het zou zijn als die ene moeder dat ene woord zou zeggen.
Yoko: Het stuk met de dodo’s is één van mijn favorieten, dat was ook heel fijn om te tekenen. De aliens vond ik lekker spannend. Het stuk waarbij Violet door haar moeder getroost wordt blijft ontroerend. En hoe het afloopt, de eindscene: hoopvol! Ik hoop dat de illustratie dat gevoel ook uitdraagt.
Wat hopen jullie dat lezers uit het boek zullen halen? Is er een boodschap? Of specifieker voor Yoko: wat hoop je dat lezers ervaren bij het zien van jouw illustraties bij het verhaal?
David: Een deel van alle kinderen is verlegen en introvert, zoals ik zelf vroeger ook was. En dat in een wereld waarin het vooral wordt gewaardeerd als je spontaan, bijdehand en openhartig bent. Kinderboeken gaan ook vaak over bijdehante, stoere hoofdpersonen. En terecht. Dat is leuk om over te lezen. Maar voor sommige kinderen is het fijn om ook af en toe eens te kunnen lezen over een kind als Sjakie Stevens. Een stille jongen, die juist wordt beloond omdat hij als enige kind úít de problemen weet te blijven in de chocoladefabriek. Pippi Langkous bijvoorbeeld, vond ik zelf vroeger minder leuk, omdat ik mezelf niet zo in haar herkende en het was ook helemaal niet mijn wens om zoals haar te zijn. Ik vraag me ook af of Pippi het lang had volgehouden in de fabriek van Willy Wonka. Ik keek natuurlijk wel eens naar die tv-serie, maar terwijl iedereen dol was op Pippi zelf, verheugde ik me altijd op de scènes met Annika – dat lieve, dromerige meisje. Violet is ook een stille dromer. Ze is introvert en zelfs wat bangig om met volwassenen te praten, maar ze is heel origineel en ze heeft prachtige ideeën. Zulke kinderen hebben de wereld veel moois te bieden, het kost alleen wat meer tijd en vertrouwen om het uit hen te krijgen, want ze schreeuwen het niet van de daken en kloppen zichzelf niet op de borst. Ik hoop dat er veel lezers zullen zijn die zich in Violet herkennen. Ik hoop dat ze zullen denken: het is blijkbaar oké als je in sociale situaties niet altijd meteen weet wat je moet zeggen. En: het is oké om een dromer te zijn.
Yoko: Wat Violet meemaakt is, ondanks alle humor, natuurlijk best verdrietig. Ik heb geprobeerd om een bepaalde sfeer in de illustraties te leggen, een gevoeligheid die ikzelf voelde toen ik het las. Ik hoop dat de lezers dat ook zo zullen ervaren waardoor ze nog extra kunnen meeleven met de bijzondere avonturen van Violet!