Interview met Tiny Fisscher en Herma Starreveld
September, 2022
Tiny Fisscher (1958) schrijft voor alle leeftijden in verschillende genres, van prentenboeken tot 12+ romans. En met succes. Zo werd Het geluk van Schildpad (uitgeverij Samsara) bekroond met de Zilveren Griffel 2022 en Alleen op de wereld – waar ze de hertaling voor schreef – werd door zowel de media als lezers zeer lovend ontvangen. In Vogel is dood zoomt ze in op hoe verschillend mensen reageren op de dood: je hebt doorpakkers, mensen die niks meer kunnen, betweters, ruziezoekers en sussers. Een mooi, ontroerend, maar ook grappig prentenboek. Ze maakte het samen met creatieveling Herma Starreveld (1961), die naast coach ook illustrator is. Miro en Tesla kiezen een beroep (uitgeverij Menuet) is haar laatste boek.
Waar halen jullie je inspiratie voor het schrijven en illustreren vandaan?
Tiny: Ik haal mijn inspiratie voornamelijk uit het dagelijkse leven en uit verhalen van andere mensen, zowel van mensen die ik persoonlijk spreek, als verhalen die ik tegenkom op televisie of andere media. Ook andere schrijvers kunnen me enorm inspireren. Verder roept mijn fantasie het een en ander aan inspiratie op.
Herma: Dat kan echt van alles zijn. De vorm van een blad, een veer, een krantenfoto, mijn eigen foto’s. Kleurencombinaties, werk van anderen, een interessante techniek of bijzondere dieren. Ik volg nog steeds veel online lessen, dat vind ik ook heel inspirerend.
Hoe ging dat bij 'Vogel is dood'?
Herma: Ik maak al een tijdje collagevogels. Ik maak deze zonder plan. Gewoon wat stukken papier bij elkaar leggen en dan als vogel afmaken met stift en verf. En uiteraard post ik die dan online.
Tiny: Ik zag de collagevogels van Herma op Instagram, was op slag verliefd, en had ook meteen een heel sterk gevoel dat ik er iets mee wilde voor een boek. We raakten er digitaal over aan de praat en kwamen tot de conclusie dat het een boek zou moeten worden waarin emoties centraal staan.
Herma: We bleken allebei affiniteit te hebben met bepaalde levensvragen en kozen uiteindelijk voor één thema: de dood en alles wat daarbij komt kijken.
Tiny: De ideeën die opborrelden, ontstonden heel organisch, in eerste instantie via mail en telefoon. Pas toen we het thema helder hadden en ik een eerste aanzet had gemaakt voor de tekst, hebben we elkaar live ontmoet.
Herma: Ondanks dat we op één lijn zaten was het nog een puzzel om onze ideeën om te zetten in een vanzelfsprekend geheel. We hebben daarbij fantastische hulp gehad van Sandra Kok, de vormgever.
Wat maakt het boek zo bijzonder?
Tiny: Een prentenboek dat ontstaan is door collagevogels die er al waren en waar niet al te veel meer aan te veranderen viel, is op zich al heel bijzonder. Ten tweede bestaat de tekst uit louter korte en krachtige dialogen, wat wij zelf nog niet vaak zijn tegengekomen. Tot slot werkt de combinatie van tekeningen en tekst op zowel de traanklieren als de lachspieren. Deze drie elementen samen maken Vogel is dood naar ons idee tot een uniek boek. Wat ik daarnaast zelf heel bijzonder vind, is dat ik nog steeds moet lachen om de tekst, terwijl ik die tegelijkertijd ook ontroerend blijf vinden. Ook de vogels blijven me keer op keer raken, en de dynamiek tussen hen. Wat een cadeautje.
Herma: Voor mij is het heel bijzonder dat mijn werk Tiny heeft geïnspireerd. Ik ben haar dankbaar voor haar initiatief. Het is een prentenboek geworden waarvan je je afvraagt waarom het er al niet was. Eenvoudig, mooi, verdrietig en om te lachen over een lastig onderwerp. Ik hoop dat het boek een ingang kan zijn bij het praten over de dood met kleine kinderen maar ook een steun kan zijn bij verdriet als een kind met de dood geconfronteerd wordt. Ik kan het nog steeds met heel veel plezier lezen, zelfs nadat ik er zolang mee bezig geweest ben. Dat vind ik ook bijzonder.
Waarom hebben jullie voor dit vak gekozen?
Tiny: Ik heb niet bewust voor dit vak gekozen. In mijn kinder- en jeugdjaren heb ik veel geschreven, om het daarna jarenlang te laten liggen. Tot ik mezelf op een dag achter een ouderwetse typemachine terugvond en ‘ineens’ verhalen en gedichten begon te schrijven. Een rits afwijzingen verder, zag een uitgeefster schrijftalent, en door de samenwerking met haar kwam mijn eerste boek tot stand. Intussen ben ik ruim vijftig boeken verder.
Tegen kinderen zeg ik weleens dat je niet altijd heel bewust een beroep kiest, maar dat een beroep ook jóú kan kiezen. Het schrijverschap heeft mij gekozen.
Herma: Kunst maken vind ik leuk maar een verhaal begeleiden met mijn tekeningen en schilderingen vind ik nog veel leuker. Het is fijn om een houvast van een verhaal te hebben en heel fijn om samen te werken met de schrijver, vormgever en uitgeverij. Bovendien zijn er nu veel meer mensen die kunnen genieten van wat ik maak.
Wat wilden jullie vroeger als kind worden?
Tiny: Juf of verpleegster (en diep in mijn hart zangeres en/of danseres, maar dat durfde ik nooit aan iemand te vertellen). Juf ben ik geworden, verpleegster niet. Van professioneel zingen en dansen is het godzijdank ook nooit gekomen. Schrijfster heb ik nooit in mijn hoofd gehad als beroepswens, of misschien wel, maar heb ik dat verdrongen. Maar wat erin zit, moet er kennelijk toch uit. Gelukkig is dat bij mij gebeurd.
Herma: Ik wilde vroeger als kind alles kunnen doen en alles kunnen maken. Natuurlijk is dat onmogelijk en moet je keuzes maken. Maar uiteindelijk blijk ik toch best veel verschillende dingen te kunnen. Ergotherapeut zijn, regressietherapeut zijn, kunst kunnen maken en nog veel meer wat ik jullie zal besparen.
Wat zien jullie graag in de toekomst gebeuren?
Tiny: Ik ben van plan nog vele jaren mooie en inspirerende boeken te maken.
En ik wens een paar flinke bestsellers. Internationaal: nog mooier.
Herma: Ik hoop dat ik nog veel verhalen mag illustreren om kinderen over zichzelf en het leven te leren. En een grote wens is dat ik ook nog leer om prentenboeken te schrijven.