Maart, 2023

Interview met Geert-Jan Roebers en Margot Westermann

Geert-Jan Roebers (1961) is bioloog en schrijver, Margot Westermann (1967) is illustrator, vormgever en productontwerper. Eerder maakten ze samen De grondel & de garnaal, over vreemde vriendschappen in het dierenrijk. Ze vonden dat het nu weleens tijd was voor een boek over planten. Niet over hoe mooi ze zijn, maar hoe slim. Je leest er alles over in Briljante planten, een grappig en informatief kinderboek boordevol weetjes over plantengedrag.

Waar halen jullie je inspiratie voor het schrijven en illustreren vandaan?

Geert-Jan: Uit de natuur, dat is duidelijk. Maar dan niet direct uit de natuur buiten, maar uit boeken. In de echte natuur zit van alles verborgen, is het piepklein, gaat het razendsnel of is het juist super traag. In een boek of tijdschrift kun je alles in alle rust lezen, bekijken en ontdekken. Je zit binnen een paar tellen in de diepzee, boven in de bomen van het regenwoud of binnen in een bacterie. Wat in boeken staat is het resultaat van miljoenen uren onderzoek van tienduizenden knappe koppen met eindeloos geduld en doorzettingsvermogen. Van gesprekken met wetenschappers leer ik vaak nog meer. En als het gaat om leuke ideeën en verrassende vragen, dan klop ik bij Margot aan.

Margot: Door een onderwerp met een andere bril te gaan bekijken. De fotografie van Karl Blossfeldt uit het begin van de vorige eeuw vond ik bijvoorbeeld een echte eyeopener. Daarin kun je goed zien dat planten levende wezens zijn. Juist omdat het zwart-wit beelden zijn werkt dat heel erg vervreemdend. En met een plantenbril op zag ik ineens overal planten. Gewoon tussen de stoeptegels en in het schap van de supermarkt. Zo is de aardappel op de foto achter in het boek mijn favoriete fotomodel. Deze was in de keukenlade stiekem gaan ontkiemen en ontpopte zich langzaam tot een miniatuur tropisch eiland of buitenaards ruimteschip. Dat inspireert mij dan om op een bepaalde manier te tekenen of te fotograferen.

Hoe ging dat bij 'Briljante planten'?

Geert-Jan: Het zaadje voor dit boek komt van Margot. Dat moet zij maar even vertellen.

Margot: Ja, dat was in 2018. Ik was bezig met De grondel & de garnaal. Dat boek gaat over vriendschappen in het dierenrijk, maar er moesten ook wat illustraties in van kiezelwieren. Dat zijn piepkleine plantjes die een soort huisje om zich heen bouwen van glas. Echt waanzinnig mooi. Ik vroeg me toen af hoe ze dat kunnen zonder hersenen en bouwtekeningen. De grondel werd thematitel voor de Kinderboekenweek. Op weg naar het Kinderboekenbal kwam ons gesprek op planten. En niet over hoe mooi of lekker ze zijn, maar hoe slim en sluw. Geert-Jan zit boordevol grappige en interessante verhalen over de natuur. En zo bleek, ook over gras, knoflook en andere planten.

Wat maakt het boek zo bijzonder?

Margot: Planten zag ik altijd wel staan, maar eigenlijk dacht ik nooit goed over ze na. Ik vond ze wel mooi en lekker maar nam ze ook een beetje voor lief. In dit boek dagen we de lezer en kijker uit om planten anders te gaan bekijken. Op maat gemaakte foto’s laten je zien hoe wonderlijk ze er in het echt uitzien, de illustraties verbeelden het gedrag dat ze vertonen. Planten zijn gemeen, verleidelijk en soms zelfs heel beweeglijk. Het boek beginnen we bij het begin. Wat maakt een plant een plant? Geert-Jan zorgt ervoor dat het leest als een trein.

Geert-Jan: Waar ik best trots op ben: er staan dingen in die veel mensen ingewikkeld vinden, maar die eigenlijk best simpel uit te leggen zijn. Zonder moeilijke woorden, mét grappige tekeningen. Het boek gaat over planten, maar het leest als een boek over dieren. Dat kan namelijk goed in een boek. In een boek kun je spelen met de tijd en dan blijkt dat planten ook allemaal spannende dingen doen. En niks is gelogen, alles is waar.

Waarom hebben jullie voor dit vak gekozen?

Geert-Jan: Zoals zo veel schrijvers ben ik toevallig in dit vak gerold. Tijdens mijn studie biologie merkte ik dat ik geen echte onderzoeker ben. Daar heb ik het geduld niet voor. Maar ik vind de natuur wel waanzinnig interessant en wil er graag over vertellen. Ik besloot biologieleraar te worden, maar kreeg een nog veel leukere baan bij het Wereld Natuur Fonds. Daar ging ik onder andere het jeugdtijdschrift maken, toen nog TamTam. Ik merkte dat ik schrijven leuk vond en niet moeilijk. Pas toen ik boeken ging maken, voelde ik me schrijver. Al voel ik me ook nog steeds wel bioloog.

Margot: Mijn hele leven ben ik al aan het tekenen. Niet om iets na te tekenen, maar om de dingen die ik bedenk te kunnen vastleggen. Ik heb een opleiding gevolgd voor productontwerper. Dan leer je hoe je voor een probleem of iets wat je interessant vindt een nieuw product kunt bedenken. Dat heb ik jaren gedaan. Van technische apparaten en behuizingen bij een ingenieursbureau tot serviezen en theedoeken voor in de winkel. Een non-fictieboek vind ik het ultieme product om te maken. Je kunt het boek vormgeven en bovendien kun je er ook nog eens tekeningen in zetten. Zo zet je een schijnwerper op een soms ogenschijnlijk saai of ingewikkeld onderwerp.

auteur Geert-Jan Roebers (c) Chris van Houts
Wat wilden jullie vroeger als kind worden?

Margot: Uitvinder of ontwerper. In ieder geval een beroep waar je zelf dingen kunt bedenken en maken. Zo heb ik na mijn studie Industrieel Ontwerpen ook een tijdje de opleiding Ambachtelijk Schoenmaken gevolgd. Maar dat is bij één paar schoenen gebleven. Inmiddels ben ik er wel achter dat de natuur de beste ontwerper is en laat ik dat graag in een boek zien.

Geert-Jan: Sterrenkundige. Ik vond het heelal het grootste wonder ter wereld en daar ver voorbij. In Middelburg, waar ik woonde, was een sterrenwacht. Daar ging ik een paar avonden per week heen. Heel gezellig ook. En ik werd actief bij de landelijke jeugdclub voor sterrenkunde. Maar toen ik ging studeren koos ik toch voor een ander groot wonder: voor het leven. Biologie dus.

Wat zien jullie graag in de toekomst gebeuren?

Geert-Jan & Margot: Nog meer mooie boeken over de natuur maken. Het liefst over onderwerpen die de meeste mensen niet leuk vinden, maar wij wel. Zo leuk en mooi als we kunnen, om de lezers even enthousiast te maken als wij zijn.